Wij zijn gespecialiseerd in internationaal belastingrecht en vanuit deze expertise hebben onze consultants veel ervaring en een lange staat van dienst met vrijwel alle aspecten van "international tax planning".
U kunt bij ons terecht voor degelijk en betrouwbaar internationaal belastingadvies. Ook kunnen we u in contact brengen met geschikte buitenlandse adviseurs, u adviseren over belastingheffing in het buitenland, of eventueel het gehele fiscale adviestraject in Nederland en het buitenland van u overnemen.
Voordat een internationale structuur wordt opgezet maken wij onze cliënt bewust van de complexiteit en kwetsbaarheid van een grensoverschrijdende structuur en van de inspanningen die nodig zijn om deze goed op te zetten en van jaar tot jaar te onderhouden. In algemeen kan worden gezegd, dat een internationale structuur alleen haalbaar is indien ondernemingsactiviteiten ook daadwerkelijk in het buitenland worden verricht. Zonder activiteiten in het buitenland verwordt een internationale structuur al snel tot een papieren droomkasteel, waar de belastingdienst korte metten mee zal maken indien het onder hun aandacht komt.
Het opzetten van een fiscaal efficiënte structuur begint met het besef dat rekening moet worden gehouden met de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen in de betrokken landen en de afspraken die landen onderling hebben gemaakt over de verdeling van heffingsbevoegdheid en tegemoetkomingen ter voorkoming van dubbele belasting in bilaterale en multilaterale overeenkomsten en regelingen, zoals belastingverdragen en Europese Verordeningen en Richtlijnen.
Het is toegestaan om een internationale structuur zo in te richten dat zo weinig mogelijk belasting wordt betaald, althans zolang de economische realiteit niet uit het oog wordt verloren.
Als dat wel gebeurt en de fiscale motieven de economische realiteit gaan overheersen, moet rekening worden gehouden met ethische principes en reputatierisico: tegenwoordig is het verwijt van 'belastingontwijking' een gevreesde reactie van de pers en de internationale (internet)gemeenschap voor internationaal opererende ondernemingen die "hun morele verplichting om belasting te betalen en bij te dragen aan de begroting van de landen waar ze zaken doen, lijken te willen ontlopen met vage internationale structuren".
Bijna elk land ter wereld heeft fiscale jurisdictie voor zijn eigen grondgebied, en het recht om zelf te onderhandelen over bilaterale en multilaterale overeenkomsten om dubbele belasting te vermijden, of niet, zoals het verkiest.
Aangezien elk land in principe autonoom zijn eigen regels voor belastingheffing en beleid voor onderhandelingen over belastingverdragen vaststelt, heeft vrijwel ieder land zijn eigen specifieke belastingsysteem, dat welhaast zeker kan afwijken van het belastingsysteem van andere landen. Dit maakt het speelveld voor internationale structureren zeer divers en afwisselend. Mismatches in belastingheffing kunnen zich gemakkelijk voordoen en wijzigingen van belastingwetten, -beleid en jurisprudentie kunnen de positie van een belastingbetaler van de ene op de andere dag veranderen en zijn niet altijd gemakkelijk bij te houden of the voorspellen.
Gedurende de afgelopen jaren zijn landen onder leiding van de OESO in toenemende mate bewust gemaakt van de mogelijkheden voor multinationals om te profiteren van niet goed op elkaar aansluitende belastingregimes en belastingverdragen, waardoor ze inkomsten en vermogen over de hele wereld kunnen verplaatsen met als voornaamste, zo niet het enige motief, om de laagst mogelijke belastingdruk te realiseren. De OESO heeft dit geconstateerd en het heeft de lidstaten vervolgens aanbevelingen gedaan voor de implementatie van wettelijek regelingen om de geconstateerde vormen van grondslaguitholling en winstverschuiving (BEPS) te voorkomen.
Ook de Europese Unie heeft verschillende anti-belastingontwijkingsrichtlijnen geïmplementeerd die de EU-lidstaten verplichten hun nationale wetgeving aan te passen om bepaalde belastingontwijkingsconstructies tegen te gaan (ATAD), en voor de verplichte rapportage door tussenpersonen en belastingbetalers van bepaalde vormen van agressieve belastingconstructies (DAC6).
Daarnaast heeft de OESO het initiatief genomen om hun lidstaten de mogelijkheid te geven deel te nemen aan een multilateraal instrument (MLI), dat bij consensus van verdragsluitende verdragsstaten, het mogelijk maakt om belastingverdragen in één klap te wijzigen door het opnemen van bepaalde in het MLI opgenomen antimisbruikbepalingen die tot doel hebben misbruik van het belastingverdrag te voorkomen.
Wat uit het bovenstaande volgt, is dat internationale tax planning steeds is toegestaan en mogelijk is, maar dat het verenigbaar moet zijn met de hedendaagse internationale belastingprincipes en de ethische normen als het gaat om het betalen van belasting.
De belangrijkste randvoorwaarden voor internationale structuren zijn tegenwoordig de economische realiteit die met name tot uitdrukking komt in de gehanteerde interne verrekenprijzen (transfer pricing) en de lokale substance van de betrokken bedrijfsonderdelen.
Iedere internationale structuur zal moeten voldoen aan bepaalde minimale substance eisen in de betrokken landen, en het bedrijfsmodel dat ten grondslag ligt aan de structuur moet zakelijk zijn en resulteren in een zakelijke (at arm's length) winstverdeling binnen de groep.
Wij beschikken over de kennis en expertise om u in internationale trajecten op professionele wijze te adviseren en te ondersteunen; advies over van toepassing zijnde Nederlandse regelingen, belastingverdragen en andere internationale regelingen en de belastingheffing in het buitenland.