De inkeerregeling zorgt ervoor dat belastingplichtigen met verzwegen vermogen of inkomsten een matiging krijgen van de boete als ze hun vermogen aangeven bij de Belastingdienst. Per 1 juli 2016 is dit maximaal 120%. Daarnaast wordt geen boete opgelegd door de Belastingdienst indien belastingplichtige binnen twee jaar na het indienen van een onjuiste of onvolledige aanslag alsnog een juiste aangifte doet.
De staatssecretaris wil deze elementen schrappen, waardoor het boeteregime van toepassing is. Belastingplichtigen met verzwegen vermogen lopen risico om vanaf 1 januari 2018 zwaarder beboet te worden. Uiteindelijk tot zelfs 300% van de verschuldigde belasting.
Door de toenemende transparantie, onder meer op het vlak van internationale fiscale gegevensuitwisseling, hebben belastingdiensten meer informatie tot hun beschikking en zijn zij beter in staat tot handhaving. De kans dat belastingplichtigen met verzwegen vermogen tegen de lamp lopen wordt hierdoor almaar groter. Het voornemen tot afschaffen van de inkeerregeling is hierdoor een logisch gevolg volgens de staatssecretaris.
De uitspraak van Rechtbank Gelderland van 4 juli jl. dient hierbij in aanmerking te worden genomen. Rechtbank Gelderland oordeelt dat geen zwaardere straf mag worden opgelegd bij de inkeerregeling dan ten tijde van het plegen van het strafbaar feit van toepassing was. Een verhoging van de boete tot 300% is dan niet in alle gevallen mogelijk, mocht de uitspraak worden gehandhaafd.
Het kan van belang zijn om vóór 1 januari 2018 te handelen, om zodoende nog onder het gematigde boeteregime te vallen voor het aangeven van eerder verzwegen vermogen binnen de inkeerregeling. De inkeerregeling kan complex zijn, waardoor tijdig beginnen aan te raden is. Wij staan u graag ter zijde.