Een ABC-levering houdt kort gezegd in dat goederen van een ondernemer in land A worden verkocht aan een ondernemer in land B, die de goederen weer doorverkoopt aan zijn afnemer in land C. De goederen gaan hierbij rechtstreeks van land A naar land C.
Voor de heffing van btw betekent dit onder normale omstandigheden dat de levering tussen de eerste ondernemer (A) en de tussenhandelaar (B) kwalificeert als een zogenaamde intracommunautaire levering die gaat van land A naar land C. De tussenhandelaar (B) moet zich hiervoor registeren in land C om hier deze levering aan te geven. De daarop volgende levering tussen de tussenhandelaar (B) en de eindafnemer (C) is dan een lokale levering in land C. Ook hiervoor geldt dat de tussenhandelaar deze transactie in zijn btw-aangifte in land C moet vermelden.
Op grond van deze regeling voor de vereenvoudigde ABC-levering voor de heffing van btw hoeft een ondernemer (de tussenhandelaar in land B) zich niet in het derde land (land C) te registreren voor de heffing van btw en ook geen btw af te dragen over deze laatste levering. De heffing van btw wordt volledig verlegd naar haar afnemers in het derde land (land C).
In de situatie waarover het Europese Hof van Justitie nu een uitspraak heeft gedaan was er sprake van Duitse leveranciers, die goederen verkochten aan een Duitse onderneming met een Oostenrijks btw-nummer, die vervolgens de goederen weer doorverkocht aan Tsjechische afnemers. De goederen gaan fysiek rechtstreeks van Duitsland naar Tsjechië.
Aan de toepassing van de vereenvoudigde regeling zitten uiteraard strikte voorwaarden. In deze zaak had de Duitse ondernemer niet aan bepaalde voorwaarden voldaan. In zijn Oostenrijkse btw-aangifte had de Duitse ondernemer geen expliciete melding gemaakt van de toepassing van deze regeling, hetgeen een van de vereisten is. Daarnaast stond ter discussie of de vereenvoudigde regeling wel kon worden toegepast nu de ondernemer naast het Oostenrijkse btw-nummer ook al een Duits btw-nummer had.
Ondanks het niet voldoen aan formele vereisten concludeert het Hof van Justitie dat de context en het doel van deze regeling prevaleren boven de letterlijke tekst van de regeling. Het voordeel voor de praktijk is dat een bedrijf met meerdere btw-nummers hierdoor hun facturatiestroom zo kunnen organiseren dat zij optimaal gebruik maken van de vereenvoudigde ABC-regeling. Hiermee worden de administratieve lasten beperkt en realiseren ze een cashflow voordeel.